The Arena Knokke, waar Rosalie, Moeder Babelutte, de enige echte boterbabbelaars maakte. Ze had dit lang geleden van haar moeder geleerd. Ze verpakte de snoepjes in simpele boterpapiertjes en verkocht ze aan rijke Engelse en Franse kinderen die zich aan de kust vermaakten. 

De cuberdon, of "Gents neuzeke," is een typisch Belgisch snoepje dat zijn oorsprong vindt in Gent. Het heeft een zachte, siroopachtige kern en een dunne, harde buitenkant. De klassieke smaak is framboos, maar tegenwoordig zijn er veel varianten beschikbaar, zoals blauwe bessen, citroen, of zelfs chocoladesmaak.

Het Nederlandse woord drop is afgeleid van een druppel (drop). Vroeger bestond er nog geen drop, alleen sap uit de zoethoutwortelplant. De druppels of “drops” van dit extract werden verkocht als geneesmiddel tegen hoest. Niet alleen het extract werd zo genoemd, maar ook alles wat er uit voortkwam - het dropje zoals wij dat nu kennen!

Manneke Pis-snoepjes zijn een speelse verwijzing naar het iconische beeld van Brussel, waarbij het idee van humor en Belgische tradities samenkomen. Deze snoepjes worden vaak gemaakt in de vorm van Manneken Pis en zijn meestal van chocolade, marsepein of suikergoed.

Deze snoepjes zagen in Antwerpen het daglicht en worden tot de dag van vandaag nog steeds gemaakt. De Caramella Mokatine, het beroemdste snoepje van het bedrijf, werd in 1934 ontwikkeld. De grootoom van huidig eigenaar Patrick Stoops, alias Willy Wonka van Antwerpen, borduurde verder op de koffiesnoepjes en bracht arabicakoffie en mokka samen met suikermelk.